Deze workshop is een intensieve en snelle cursus muziektheorie. Vanaf de basis, toonladders, trappen, akkoorden, majeur/mineur, cadensen tot gealtereerde ladders en tritonusvervanging. Elke week worden 2 standards in oplopende moeilijkheidsgraad besproken.

Er komen verschillende stijlen aan bod: blues, swing, calypso, ballad, funk etc. Na twaalf weken ‘kennen’ de workshoppers 24 standards. Op een bijbehorende CD zullen originele versies te horen zijn. De ‘betere’ composities worden didactisch verantwoord uitgekozen: Monk, Mingus, Coltrane, Rollins, Gillespie etc., maar ook Maceo Parker en Sting.

Er zal minder tijd en aandacht voor het arrangement zijn. Het gaat vooral om het soleren: de goede noten op de goede plek en het herkennen van vorm (ook en vooral als je niet speelt).

Van de deelnemers wordt verwacht dat zij elke week 2 standards analyseren. Deze worden op de avond behandeld, uitgelegd en gespeeld. Naar aanleiding van de theoretische problemen worden er oefeningen gespeeld: II-V-I Cadensen, Verschilnoten, Rhythmschema’s, Bluesschema’s (ook leren herkennen) etc. Aan het eind van de avond krijgen de deelnemers het nieuwe hoofdstuk theorie met twee bijbehorende standards en oefenhuiswerk.

Van de zeer actieve deelnemer(s) zal gevraagd worden zelf een rif te verzinnen. Hoe verzin je een rif, hoe maak je het meerstemmig en hoe schrijf je dat op? De rif wordt vervolgens door het Orkest gespeeld, zodat je kunt horen hoe het klinkt.

Op de laatste twee sessies zal een selectie van het materiaal uitgezocht worden voor de optredens.